Datum: 15-02-2019
De vering setup, een veel besproken onderwerp in de motorwereld. Een pasklare oplossing voor de juiste setup is er niet. Deze is voor iedereen met uiteenlopende wensen en eisen verschillend. Een basis setup waarbij je motor goed rijdt is wel te geven. Hierna kan je, stap voor stap, wijzigingen in je setup aanbrengen, zodat je motor gaat sturen zoals jij wilt. Het zal wel altijd een compromis blijven. Hecht je bijvoorbeeld meer belang aan comfort of sportiviteit? Voor straat gebruik zal je meestal ergens hier tussenin terecht komen. Wees niet bang om aan de schroeven te draaien (gebruik passend gereedschap). Ze zitten er niet voor niets, en met behulp van je instructieboekje kan je altijd weer terug naar de fabrieks afstelling.
Basis setup
Negatieve vering: dit is de afstand waarbij de motor stilstaand door zijn eigen gewicht (dus onbelast) in zijn vering zakt. Dit is nodig omdat je niet alleen hobbels in het wegdek tegenkomt maar ook kuiltjes. Ook blijft door de negatieve veerweg het achterwiel tijdens remmen contact houden met het wegdek. De negatieve veerweg moet zijn.
voor achter
Sportmotor 20-30 mm 5-10 mm
Tourmotor/Allroad 25-35 mm 15-25 mm
Dit kan je bereiken door de veervoorspanning te verhogen of te verlagen (rechtsom is altijd zwaarder/ linksom altijd lichter).
Uitgaande (rebound) demping: dit is veruit de belangrijkste afstelling van je demping. Je wilt dat je banden zo snel mogelijk na een hobbel in de weg weer contact met het asfalt hebben. In dit licht bezien wil je zo min mogelijk uitgaande demping, maar je motor mag ook niet na-deinen wanneer hij uit zijn vering komt. Dit kan je checken door je motor hard in de vering te duwen (dit moet met behoorlijk wat geweld gebeuren) en dan te lossen. Als je op You Tube Dave Moss (Amerikaanse veringspecialist) googelt, zie je hoe dit moet gebeuren en krijg je vanzelf het gevoel hoe je het moet doen. Als deze basisafstellingen in orde zijn, dan zal je motor absoluut goed sturen.
Hieronder een lijst met extreme afstellingen en wat het met het rijgedrag van je motor doet. Door een of een combinatie van afstellingen milder uit te voeren kan je je motor naar jouw wensen laten sturen.
Overstuurd -> motor zoekt binnenkant van de bocht.
Onderstuurd -> motor zoekt buitenkant van de bocht.
Te veel uitgaande demping achter:
-Achterband springt over hobbels (band kan weg niet volgen).
-Houdt de achterkant laag (hierdoor ontstaat onderstuurd).
-Achterwiel stempelt bij hard remmen.
Te weinig uitgaande demping achter:
-Achtervering ‘topt uit’waardoor de achterband grip verliest.
-Door snel uitveren gaat de motor deinen in de bocht (geeft onstabiel gevoel).
Te veel uitgaande demping voor:
-Voorzijde blijft diep hangen in de bochten waardoor overstuur ontstaat.
Te weinig uitgaande demping voor:
-Voorzijde voelt onstabiel. De motor slingert in de bochten.
-Onderstuurd.
Te veel veervoorspanning achter:
-Erg makkelijk insturen in de bocht.
-Bij weg accelereren uit de bocht heeft de achterband weinig grip.
-Voelt hard en oncomfortabel aan.
Te weinig veervoorspanning achter:
-Geeft veel grip aan de achterband onder acceleratie.
-Uit bocht accelererend is de motor onderstuurd.
-Motor stuurt zwaar bij omgooien in bochten.
-Licht gevoel in voorkant (voelt onstabiel).
Te veel voorspanning voor:
-Voelt goed aan tijdens hard remmen.
-Motor is onderstuurd.
-Voelt hard en oncomfortabel aan.
Te weinig veervoorspanning voor:
-Erg makkelijk insturen (overstuur).
-Slecht gevoel tijdens hard remmen.
Ingaande demping is eigenlijk niets meer dan een assistentie van de veer bij het in veren (veel motoren hebben deze afstel mogelijkheid niet).
Te veel ingaande demping achter:
-Achterband heeft weinig grip tijdens acceleratie.
-Voelt oncomfortabel bij hobbels.
Te weinig ingaande demping achter:
-Achterwiel kan gaan dribbelen bij acceleratie uit bocht.
-Achterkant zakt te veel in waardoor de motor onderstuurd raakt.
Te veel ingaande demping voor:
-Goed gevoel bij remmen.
-Oncomfortabel.
Te weinig ingaande demping voor:
-Sterk duiken bij het remmen.
Met behulp van dit lijstje kan je het stuurkarakter van je motor naar je eigen idee en smaak aanpassen. Ga na een aanpassing van je vering altijd voorzichtig rijden om aan het andere stuurgedrag te wennen.
Onderhoud: schokbrekers en voorvorken zijn slijtagedelen. Aan de schokbreker valt weinig te doen. Alleen een gespecialiseerd bedrijf (b.v. Hyperpro) kunnen deze reviseren. Aan je voorvork kan je wel wat (laten) doen. Om de 4 seizoenen of ongeveer 24000 km je voorvorkolie (laten) verversen doet wonderen voor je demping. Misschien dan meteen je oliekeerringen laten vernieuwen is geen gek idee (het spul ligt dan toch open). Wat ik ook regelmatig doe, is de voorvork met siliconenspray schoonmaken. Je oliekeerringen zullen je dankbaar zijn. Vooral de upside down voorvorken zijn wat gevoeliger voor lekkages door vuil op je voorvork. Tevens wordt door het regelmatig inspuiten met siliconenspray stick-slip (het iets blijven plakken als je voorvork beweegt) tot een minimum beperkt. Alle kleine beetjes helpen.
Veel succes met afstellen van je vering en tot de volgende keer.
Kawa4ffr.